Om het beste kookresultaat te garanderen, moeten de roosters en de platen gekozen worden die het meest geschikt zijn wanneer ze gecombineerd worden met de te bereiden gerechten. Onderstaande tabel toont enkele voorbeelden.
De geperforeerde roosters kunnen aan beide zijden gebruikt worden. De platen hebben een gladde en een geribbelde zijde zodat aan de meest uiteenlopende eisen op culinair gebied voldaan kan worden.
Het is niet nodig om onder de platen een vlamverdeler te plaatsen.
RAADPLEEG VOOR EEN CORRECT GEBRUIK ONDERSTAAND SCHEMA.
ALVORENS HET KOKEN VAN DE ETENSWAREN TE BEGINNEN, MOET GECONTROLEERD WORDEN OF DE LEKBAK CORRECT GEPLAATST IS. ER WORDT
AANGERADEN EEN DUNNE LAAG GEWOON ZAND IN DE LEKBAK TE DOEN ZODAT HET KOOKNAT DAARDOOR BETER VASTGEHOUDEN WORDT EN DE VERBRANDING ERVAN VERMEDEN WORDT EN OOK OM TE
VOORKOMEN DAT HET KOOKNAT OP DE ONDERLIGGENDE ONDERDELEN DRUPPELT.
HET OUDE ZAND MOET REGELMATIG WEGGENOMEN EN VERVANGEN WORDEN DOOR SCHOON ZAND OM HET RISICO OP BRAND VAN HET OPEENGEHOOPTE KOOKNAT TE VOORKOMEN.
NL
185
Gebruik
Inschakeling van de branders
DRUK ALTIJD OP DE KNOP VOORDAT U DEZE DRAAIT.
Ter hoogte van iedere knop wordt de overeenkomstige brander aangeduid (zie "Bedieningspaneel (Swing)"
op pagina en "Bedieningspaneel (Green)" op pagina ).
1. Druk op de knop en draai de aanwijzer ervan op het symbool : er vindt een inschakelingsvonk plaats en op hetzelfde moment wordt de waakvlam ingeschakeld. Om andere ontladingen uit te voeren, moet de knop ingedrukt gehouden worden en de aanwijzer ervan herhaaldelijk op de het symbool gedraaid worden.
2. Is de brander ingeschakeld, zet de aanwijzer van de knop dan op . Laat de knop los: de brander staat op het maximum van zijn vermogen.
3. Om de afstelling van maximum en minimum vermogen uit te voeren moet de aanwijzer van de knop van op gezet worden.
4. Om de brander uit te schakelen, moet de aanwijzer van de knop op gezet worden; druk op de knop, houd hem ingedrukt en zet de aanwijzer ervan op het symbool (brander uitgeschakeld). Laat de knop los.
ALS MEN ER NIET IN SLAAGT DE BRANDER IN TE SCHAKELEN, ZET DE AANWIJZER VAN DE KNOP DAN OPNIEUW OP ; DRUK OP DE KNOP, HOUD HEM INGEDRUKT EN ZET DE AANWIJZER OP HET SYMBOOL (BRANDER UITGESCHAKELD). WACHT ENKELE SECONDEN OM HET GAS IN DE ATMOSFEER IN STAAT TE STELLEN VERSPREID TE WORDEN EN HERHAAL PUNTEN 1 TOT 3.
OM DE PLAATSGEVONDEN INSCHAKELING VAN DE BRANDERS TE CONTROLEREN, DIENT MEN VIA DE SLEUVEN VAN DE ROOSTERS DE AANWEZIGHEID VAN DE VLAM TE KUNNEN ZIEN.
NL
186
Gebruik
Kooktips (Swing)
Hieronder worden enkele tips verstrekt om de kenmerken van de barbecue optimaal te benutten. Er dient rekening mee gehouden te worden dat de voorgestelde tijden en intensiteiten misschien niet met de persoonlijke smaak overeenkomen.
Direct koken: wanneer het voedsel rechtstreeks op het rooster bereid wordt waaronder de brander ingeschakeld is.
Indirect koken: wanneer het voedsel bereid wordt op het rooster naast het rooster waaronder de brander ingeschakeld is.
TIJDENS HET KOKEN MOET HET DEKSEL VAN HET ZIJDELINGSE KOOKVLAK (SWING) GEOPEND BLIJVEN.
Vlees
Voor het bereiden van vlees is het raadzaam een voorverwarming uit te voeren met de branders van de roosters op het maximum, gedurende minstens 5-10 minuten, al naargelang de dikte van het vlees. Voor kleine stukken (karbonades, speklappen, ribstukken, enz.) is het raadzaam een korte voorverwarming (circa 5 minuten) uit te voeren. Voor grotere stukken (braadvlees, hele kip, enz.) is het raadzaam een langere voorverwarming (circa 10 minuten) uit te voeren. In beide gevallen wordt de voorverwarming met omlaag geplaatst deksel uitgevoerd.
Direct koken
Voor het direct koken van vlees moeten de branders doorgaans op het maximum gezet worden terwijl ze voor vis en groentes op een medium/minimum vermogen gezet moeten worden. Voor een goed gegrilld resultaat is het raadzaam het voedsel aan te braden op het maximum vermogen. Zet de branders daarna op een medium/minimum waarde zodat het voedsel ook binnenin volledig gaat wordt zonder dat de buitenkant verbrandt. Tijdens het bereiden van vooral varkensvlees is het normaal dat het vuur opvlamt door druipend vet. Het volstaat dan om het vlees naar een zone van het rooster te verplaatsen die minder warm is. Het wordt dan ook afgeraden het rooster volledig met te bereiden etenswaren te vullen.
Indirect koken
Nadat het rooster voorverwarmd is met de branders op het maximum en gesloten kookdeksel, moet het vlees in positie gebracht worden op de zijde van het rooster die zich naast de ingeschakelde brander bevindt. Voor een barbecue van 90 cm moet het vlees op het middelste rooster gelegd worden nadat de zijbranders ingeschakeld zijn. Begin het koken met de branders op het minimum en verhoog geleidelijk het vermogen. De kooktijden zullen aanzienlijk langer zijn in vergelijking met direct koken maar het goede resultaat zal gegarandeerd zijn. Deze bereidingswijze is geschikt voor grote stukken vlees en vis (braadvlees, hele kip, brasem, enz.) of etenswaren die bijzonder dik of vet zijn waarbij met direct koken vaak opvlammingen ontstaan door druipend vet.
Groenten
Ook voor groenten is het raadzaam, net als voor vlees, de branders op het maximum voor te verwarmen (gedurende 5/10 minuten) met gesloten kookdeksel.
Direct koken
Zet de branders na de voorverwarming op het minimum en leg de groenten op de roosters. Het is raadzaam, gezien de delicate aard van de groenten, de branders gedurende de gehele grilltijd op het minimum te houden.
NL
187
Gebruik
Schema voor gebruik van de branders
TEMPERATUUR AFSTELLING VAN DE BRANDERS GEBRUIK
230 - 250 °C Maximum stand ( ) Hoge warmte. Voorverwarming voordat met koken begonnen wordt.
200 °C Medium-maximum stand Medium-hoge warmte. Voor het direct koken van dun vlees, vis en groenten.
160-180 °C Tussenstand Medium warmte. Voor het koken van middelgrote stukken vlees (halve kip, pollo alla diavola [duivelse kip] enz.). Ook geschikt voor indirect koken.
150 °C Medium-minimum stand Medium-lage warmte. Voor indirect koken en voor roken; om gerechten te verwarmen of net bereide gerechten warm te houden.
110-120 °C Minimum stand ( ) Lage warmte. Om grote stukken vet of delicaat voedsel te roken en indirect te koken; om groentes te grillen; om net bereide gerechten warm te houden.