• Non ci sono risultati.

CONFIGURATIE VAN DE TIJDSPANNEN

Nel documento INSTALLATION AND USER MANUAL (pagine 124-128)

CONFIGURATIE VAN DE TIJDSPANNEN

ALGEMENE FUNCTIONERING

De configuratie van de tijdspannen wordt uitgevoerd door de desbetreffende parameters (parameters H) op correcte wijze en in de juiste volgorde in te stellen. De toegangsprocedure en de betekenis van de parameters worden in de volgende paragrafen beschreven. Het is mogelijk om twee verschillende functioneringen met tijdspannen in te stellen:

 tijdprogrammering ON/OFF: Elke tijdspanne komt overeen met de staat ON of de staat OFF van de bediening en dus wordt de bediening automatisch in- of uitgeschakeld naar aanleiding van de tijdspanne waarin de bediening zich bevindt.

 tijdprogrammering van de SET-waarde van de omgevingstemperatuur: Elke tijdspanne komt overeen een bepaalde SET-waarde van de ZOMERtemperatuur (voor afkoelen) of een SET-waarde van de WINTERtemperatuur (voor verwarmen) welke automatisch door de bediening gebruikt zullen worden als SET-waarde van de temperatuur (en die door de gebruiker gewijzigd kunnen worden met een interval van ±2°C) naar aanleiding van de tijdspanne en de functioneringsmodaliteit waarin de bediening zich bevindt.

Het is mogelijk om twee verschillende dagprofielen vast te stellen. Elk profiel is onderverdeeld in drie tijdspannen. Het is mogelijk om elke dag van de week te nassociëren met een van de twee verschillende profielen.

DAGPROFIEL 1 (AFBEELDING 6):

WAARIN

A TIJDPANNE 1 B TIJDPANNE 2 C TIJDPANNE 3

DAGPROFIEL 2 (AFBEELDING 7):

A TIJDPANNE 1 B TIJDPANNE 2

WATERTEMP.

PROCEDURE VOOR TOEGANG TOT PARAMETERS

 Druk tegelijkertijd op de toetsen en .

 Gebruik de toetsen om de waarde van het display te wijzigen tot de password waarde 5, en druk vervolgens op . Indien correct verkrijgt u toegang tot de parameters.

 Gebruik de toetsen om langs de verschillende parameters te lopen (zie "Lijst Parameters").

 Druk op om de wijziging van de parameter te activeren (de waarde begint te knipperen).

 Gebruik de toetsen om de waarde te veranderen.

 Druk op om de nieuwe ingestelde waarde op te slaan of om de wijziging te annuleren.

 Druk op de toets om de procedure te verlaten als u eenmaal de betreffende parameters gewijzigd heeft.

LIJST PARAMETERS

De configuratie van de tijdspannen wordt uitgevoerd door keer op keer de diverse parameters met behulp van de pijlen in te stellen.

Let op: Globaal gezien zijn er 37 parameters aanwezig, maar niet allen zijn toegankelijk. De weergave of niet van bepaalde parameters hangt af van de waarde die aan de eerste parameter (H00) toegekend is. De weergave hangt dus af van het gekozen soort functionering. En met name:

 als H00=1 (functionering ON/OFF), worden de parameters H18 tot H29 niet weergegeven

 als H00=2 (functionering aan de hand van de SET-waarde), worden de parameters H12 tot H17 niet weergegeven

 Als H00=0 is de functionering met tijdspannen gedeactiveerd en dus wordt geen enkele parameter, met uitzondering van H00, weergegeven.

Hieronder worden de 37 verschillende parameters in volgorde beschreven.

 H00 ACTIVERING EN FUNCTIONERINGSMODALITEIT - H00=0 : Tijdspannen gedeactiveerd

- H00=1 : Tijdspannen met ON/OFF

- H00=2 : Tijdspannen met SET voor temperatuur CLO:

- H01 = UUR op de klok van de bediening - H02 = MINUTEN op de klok van de bediening DAY:

- H03 = DAG VAN DE WEEK Hr1:

- H04 = UUR (0-23) van TIJDSPANNE 1 - H05 = MINUTEN (0-59) van TIJDSPANNE 1 Hr2:

- H06 = UUR (0-23) van TIJDSPANNE 2 - H07 = MINUTEN (0-59) van TIJDSPANNE 2 Hr3:

- H08 = UUR (0-23) van TIJDSPANNE 3 - H09 = MINUTEN (0-59) van TIJDSPANNE 3 Hr4:

- H10 = UUR (0-23) van TIJDSPANNE 4 - H11 = MINUTEN (0-59) van TIJDSPANNE 4 - H12 = STAAT (ON of OFF) van TIJSPANNE 1

- H18 = SET-waarde ZOMER voor temperatuur van TIJDSPANNE 1 SP2:

- H19 = SET-waarde ZOMER voor temperatuur van TIJDSPANNE 2 SP3:

- H20 = SET-waarde ZOMER voor temperatuur van TIJDSPANNE 3 SP4:

- H21 = SET-waarde ZOMER voor temperatuur van TIJDSPANNE 4 SP5:

- H22 = SET-waarde ZOMER voor temperatuur van TIJDSPANNE 5 SP6:

- H23 = SET-waarde ZOMER voor temperatuur van TIJDSPANNE 6 SP1:

- H24 = SET-waarde WINTER voor temperatuur van TIJDSPANNE 1 SP2:

- H25 = SET-waarde WINTER voor temperatuur van TIJDSPANNE 2 SP3:

- H26 = SET-waarde WINTER voor temperatuur van TIJDSPANNE 3 SP4:

- H27 = SET-waarde WINTER voor temperatuur van TIJDSPANNE 4 SP5:

- H28 = SET-waarde WINTER voor temperatuur van TIJDSPANNE 5 SP6:

- H29 = SET-waarde WINTER voor temperatuur van TIJDSPANNE 6

Mon:

- H30 = dagprofiel (1 of 2) voor MAANDAG Tue:- H31 = dagprofiel (1 of 2) voor DINSDAG Wed:

- H302 = dagprofiel (1 of 2) voor WOENSDAG Thu:

- H33 = dagprofiel (1 of 2) voor DONDERDAG Fri:

- H34 = dagprofiel (1 of 2) voor VRIJDAG Sat:

- H35 = dagprofiel (1 of 2) voor ZATERDAG Sun:- H36 = dagprofiel (1 of 2) voor ZONDAG - H37 = weergave 24H of 12H

DEFAULTWAARDEN VAN DE PARAMETERS - H00 = 0 (tijdspannen gedeactiveerd) - H01 = 06:00

In het geval dat de weergave in 12H (parameter H37) ingesteld is, wordt in de configuratieparameters van H01 tot H11 (met uitzondering van H03) het progressieve nummer van de parameter niet langer weergegeven. In dit geval wordt echter de tijdsituatie AM/PM weergegeven.

DISPLAY

Als de tijdspannen geactiveerd zijn, wordt bij ingeschakelde thermostaat altijd het kloksymbool weergegeven. In dit geval is het tevens mogelijk om te controleren of de ingestelde tijd juist is (dit is alleen kortstondig mogelijk) door een druk op de twee toetsen SEL+MODE. Bij uitgeschakelde thermostaat worden het kloksymbool en het actuele tijdstip uitsluitend continu op de display weergegeven als de tijdspannen geactiveerd zijn met de functionering ON/OFF.

ALARMEN

De bediening bestuurt twee verschillende alarmsoorten:

 Ernstige Alarmen: veroorzaken de geforceerde uitschakeling van de thermostaat.

 Niet Ernstige Alarmen: forceren de uitschakeling van de thermostaat niet maar blokkeren eventueel kritieke functies.

ERNSTIGE ALARMEN

 Code A01 = fout externe luchttemperatuurmeter (als de thermostaat op de Machine geïnstalleerd is)

 Code A02 = fout interne luchttemperatuurmeter (als de thermostaat op de Wand geïnstalleerd is en de externe luchttemperatuurmeter losgekoppeld is).

NIET ERNSTIGE ALARMEN

THERMOSTAAT OFF

THERMOSTAAT ON

 Code A03 = fout watertemperatuurmeter

 Code A04 = fout externe vochtigheidsmeter (alleen als de remote temperatuurmeter geïnstalleerd is)

 Code A05 = fout interne vochtigheidsmeter

N.B.: de indicatie van de alarmcode wordt alleen bij uitgeschakelde thermostaat weergegeven.

MODBUS

Het op de bediening geïmplementeerde protocol is Modbus RTU (9600, N, 8, 2) op RS485

GEÏMPLEMENTEERDE FUNCTIES

 0x03 : Read Holding Registers

 0x04 : Read Input Registers

 0x10 : Write Multiple registers GEÏMPLEMENTEERDE UITZONDERINGEN Exception Code 02: Invalidate data address LIJST MET PARAMETERS VOOR SUPERVISIE

ADRES REGISTER TYPE Meeteenh.

0 Staten R

-1 Snelheid R

-2 Luchttemperatuur R [°C/10]

3 Vochtigheid R %

4 Watertemperatuur R [°C/10]

5 P00: Configuratie R

-6 P05: Config.DIN R

-7 T. Setpoint actief R [°C/10]

8 T. Setpoint gebruiker R [°C/10]

9 Versie LCD R

-10 P09: Config.DOUT1 R

11 P10: Logica DOUT1 R

12 P11: Config.DOUT2 R

13 P12: Logica DOUT2 R

14 P14: Config.AOUT1/2 R

15 Analogische uitgang 1 R [%]

16 Analogische uitgang 2 R [%]

50 Digitalen 1 R/W

-51 Tijdspannen R/W

-52 Setpoint - Afkoelen R/W [°C/10]

53 Setpoint - Verwarmen R/W [°C/10]

54 Minimum Setpoint – Afk. R/W [°C/10]

55 Maximum Setpoint – Afk. R/W [°C/10]

56 Minimum Setpoint - Verw. R/W [°C/10]

57 Maximum Setpoint – Verw. R/W [°C/10]

58 Snelheid R/W

-59 Correctie Economy R/W [°C/10]

60 Wijze gemoduleerde ventilatie

R/W

-Alarmcode

BESCHRIJVING UITLEESREGISTERS [R]

Register "STATEN"

H

Bit 15 Bit 14 Bit 13 Bit 12 Bit 11 Bit 10 Bit 9 Bit 8

DOUT2 DOUT1 P04 Deum P07 P06 DI2 DI1

L

Bit 7 Bit 6 Bit 5 Bit 4 Bit 3 Bit 2 Bit 1 Bit 0

Vh Vc Allarme MinT Eco P01 S/W On/Off

- On/Off: staat terminal (0: Off, 1=On)

- S/W: functioneringsmodaliteit (0: S=afkoelen, 1:

W=verwarmen)

- P01: parameter "installatie rand/wand"

- Eco: logica Economy actief

- Min.T: logica Minimum Temperatuur geselecteerd - Allarme: algemene weergave alarmen (wordt geactiveerd

op het moment dat zich een van de bestuurde alarmen zich voordoet i)

- Vc: staat digitale uitgang Vc - Vh: staat digitale uitgang Vh

- DI1: logische waarde dig. ingang 1 (de fysieke staat van de ingang hangt af van de geassocieerde logica)

- DI2: logische waarde dig. ingang 2 (de fysieke staat van de ingang hangt af van de geassocieerde logica)

- P07: parameter "Logica DIN 2"

- P06: parameter "Logica DIN 1"

- Deum: ontvochtiging functioneert (0:nee, 1:ja) - P04: parameter "voorziene watermeter"

- DOUT1: Staat van de digitale uitgang 1 - DOUT2: Staat van de digitale uitgang 2

Register "SNELHEID": snelheid waarop de terminal funtioneert

- 0: geen enkele ventilatie geactiveerd - 1: superminimum snelheid

- 2: minimum snelheid - 3: gemiddelde snelheid - 4: maximum snelheid

R e g i s t e r " L U C H T T E M P E R A T U U R " : d e omgevingstemperatuur die door de bediening gemeten en door het display weergegeven wordt (N.B.: deze temperatuur stemt overeen met de meting van de remote meter als deze op de installatie aanwezig is of, in het geval van een bediening aan de wand en een losgekoppelde remote meter, de meting van de interne meter).

Register "VOCHTIGHEID": de omgevingsvochtigheid gemeten door de bediening van de meter met betrekking tot de gebruikte temperaturmeter meter.

Register "LUCHTTEMPERATUUR": watertemperatuur gemeten door de desbetreffende meter (SW).

Register "P00" : parameter "Configuratie bediening".

Register "T. SETPOINT ACTIEF": setpoint gebruikt voor de afstelling.

Register "T. SETPOINT GEBRUIKER": setpoint door de gebruiker ingesteld (kan afwijken van de geactiveerde setpoint als gevolg van correcties voor de economy logica,…

of voor het gebruik van de setpoint voor supervisie).

Register "VERSIE LCD": bepaalt het soort bediening en de geïnstalleerde softwareversie (0xHHSS: HH: karakter ASCII, SS:versie sw).

Register "P09" : Parameter "Configuratie digitale uitgang 1"

Register "P10" : Parameter "Logica digitale uitgang 1"

Register "P11" : Parameter "Configuratie digitale uitgang 2"

Register "P12" : Parameter "Logica digitale uitgang 1"

Register "P14" : Parameter "Configuratie analogische uitgangen"

Register "Analogische uitgang 1": waarde van de analogische uitgang ten opzichte van de complete schaal 0-10V uitgedrukt in %.

Register "Analogische uitgang 2": waarde van de analogische uitgang ten opzichte van de complete schaal 0-10V uitgedrukt in %.

BESCHRIJVING UITLEES/CODERING REGISTERS [R/W]

Register "DIGITALEN 1":

H

Bit 15 Bit 14 Bit 13 Bit 12 Bit 11 Bit 10 Bit 9 Bit 8 En.Vel En.Min/

Max En.Set En.MinT En.ECO En.RE En.S/W En.On/

Off L

Bit 7 Bit 6 Bit 5 Bit 4 Bit 3 Bit 2 Bit 1 Bit 0

- - Lock MinT Eco RE S/W On/Off

- On/Off: On/Off voor supervisie

- S/W: functioneringsmodaliteit voor supervisie (0: Afkoelen, 1: Verwarmen); N.B.: Als de configuratie van de unit (parameter P00) de commutatie zomer/winter voorziet aan de hand van het water of de lucht, prevaleert deze modaliteit op de aanvraag voor supervisie (welke dus genegeerd wordt).

- RE: selectie Weerstand voor supervisie - Eco: activering Economy voor supervisie

- MinT.: Activering van de controle Minimum Temperatuur door supervisie; N.B.: De daadwerkelijke activering hangt af van de lokale bepaling van elke fan-coil. Dit gebeurt naar aanleiding van de luchttemperatuur die door de meter hiervan opgemeten is.

- Lock: blokkering toetsenbord (0: niet geblokkeerd, 1:

geblokkeerd)

- En. On/Off: activering controle On/Off voor supervisie - En.S/W: activering controle modaliteit voor supervisie - En.RE: activering selectie Elektrische Weerstand voor

supervisie

- En.ECO: enable activering economy voor supervisie - En.MinT: activering selectie logica voor Minimum

Temperatuur voor supervisie

- En.Set: activering forcering setpoint voor supervisie - En.Min/Max: activering drempels setpoint voor

supervisie

- En.Vel: activering selectie snelheid ventilator voor supervisie

Register "Tijdspannen": Modaliteit van de tijdspannen voor supervisie

- 0: Tijdspannen gedeactiveerd

- 1: Tijdspannen geactiveerd met ON/OFF - 2: Tijdspannen geactiveerd met SET-waarde

Register "SETPOINT - AFKOELEN": setpoint voor supervisie voor de modaliteit Afkoelen

Register "SETPOINT - VERWARMEN": setpoint voor supervisie voor de modaliteit Verwarmen

Register "MINIMUM SETPOINT – AFK. ": laagste limiet voor setpoint bij afkoelen

Register "MAXIMUM SETPOINT – AFK. ": hoogste limiet voor setpoint bij afkoelen

Register "MINIMUM SETPOINT – VER. ": laagste limiet voor setpoint bij verwarmen

Register "MAXIMUM SETPOINT – VER. ": hoogste limiet voor setpoint bij verwarmen

Register "SNELHEID": keuze van de snelheid ventilatoren door supervisor. In het geval van een gemoduleerde ventilatie wordt het snelheidspercentage uitgedrukt dat in de handmatige modaliteit benut wordt.

Register "CORRECTIE ECONOMY": correctie setpoint in het geval van economy voor supervisor (deze correctie wordt afhankelijk van de functioneringsmodaliteit aan de setpoint verwijderd of toegevoegd).

Register "Wijze gemoduleerde ventilatie": keuze van de afstelwijze in het geval van de gemoduleerde ventilatie: 0

= ventilatie gedeactiveerd; 1 = geforceerde handmatige ventilatie; 2 = automatische ventilatie

ZELFDIAGNOSEPROCEDURE

Deze procedure maakt het mogelijk om de correcte funtionering van de verschillende uitgangen van de bediening te controleren.

Volg de hieronder aangegeven aanwijzingen op voor het uitvoeren van deze procedure.

Plaats de thermostaat op Off .

 Druk tegelijkertijd op de toetsen .

 Gebruik de toetsen om de waarde van het display te wijzigen tot de password voor de zelfdiagnose (030 en druk op .

Het volgende scherm zal worden weergegeven:

 Druk op de toets om achtereenvolgens de verschillende uitgangen van de thermostaat in te schakelen.

Symbool Activering Klemmen

Superminimum snelheid N-V0 Minimum snelheid N-V1 Gemiddelde snelheid N-V2

Maximum snelheid N-V3

Klep N-Vc

Weerstand

Tweede klep N-Vh

CO1 Digitale uitgang 1 C012-C01

CO2 Digitale uitgang 2 C012-C02

AO1 Analogische uitgang 1 = 10V COM-101 AO2 Analogische uitgang 2 = 10V COM-102 Het is mogelijk om één voor één de uitgangen van de elektronische controle te controleren door het desbetreffende onderdeel te observeren (klep, ventilator..) of door de aanwezigheid van een spanning van 230 V op de overeenstemmende klemmen te verifiëren.

 Druk op de toets om de zelfdiagnoseprocedure te verlaten (na een aantal minuten zal de thermostaat deze procedure automatisch verlaten).

Nel documento INSTALLATION AND USER MANUAL (pagine 124-128)